[
Welkom
] [
Het waarom
] [
Examens
] [
Morse sectie
] [
QTH Locator
] [
Lijsten / Tabellen
] [
Referenties
] [
Link Sectie
]
Home
»
Examen oefeningen
»
Start pagina F/C examens
»
Per VRZA Hoofdstuk
» Radio: modulatie en zenders
Radio: modulatie en zenders (10 vragen).
Vraag 1
De spanning op de aansluitklemmen van een antenne wordt verhoogd van 10 volt naar 14 volt.
De vermogenstoename komt dan ongeveer overeen met:
3 dB
1,4 dB
4 dB
6 dB
Vraag 2
Het zendvermogen van een zender wordt verlaagd van 16 watt naar 4 watt.
Hierdoor zal de hoogfrequentstroom in de antenne:
2 x zo klein worden
4 x zo klein worden
16 x zo klein worden
8 x zo klein worden
Vraag 3
Een zendereindtrap heeft een rendement van 60%.
Bij een voedingspanning van 10 volt bedraagt de door de eindtrap opgenomen stroom 10 ampère.
De coaxiale kabel naar de antenne geeft een vermogensverlies van 30%.
Het aan de antenne afgegeven vermogen is:
18 W
28 W
12 W
42 W
Vraag 4
De eindtrap van een transistorzender neemt van de voeding, bij een spanning van 20 volt, 1,5 ampère op.
Het uitgangsvermogen van deze zender is 20 watt.
Het rendement van de eindtrap is:
66,6%
50%
33,3%
75%
Vraag 5
Een zendereindtrap, ingesteld in klasse B, wordt maximaal uitgestuurd door een 100% in amplitude gemoduleerde draaggolf.
Het uitgangsvermogen van de
draaggolf
is 100 watt.
Als deze eindtrap maximaal wordt uitgestuurd door een enkelzijbandsignaal bedraagt het uitgangsvermogen (PEP):
100 W
400 W
200 W
50 W